Overweging Kees Swan

Overweging Kees Swan
Maakt techniek ons menselijk of maakt techniek ons bang ?                                                 
Overweging door Kees Swan

Over techniek , mensbeelden en ons godsbeeld ?
Over bovenstaand thema zou ik in de dienst van de West-Friese Ekklesia op zondag 7 februari spreken. Helaas hebben we alles moeten cancelen i.v.m. de coronacrisis. Toch was ik me al aan het oriënteren en zo kwam ik een boekje tegen van een oud docent en oud politicus Ton de Kok : Rede en religiositeit. Hierdoor kwam ik op het spoor van een aantal interessante gedachten die ik met U wil delen. 

Als eerste een citaat van de bekende oud-minister Witteveen :
De goddelijke geest slaapt in de rotsen, ontwaakt in de planten, begint zich bewust te worden in de dieren en komt tot het hoogste bewustzijn in de mens. De zin van ons leven is dus om bewustzijn te ontwikkelen voor dat goddelijke.

Dit herken ik ook in een tekst uit het Evangelie van Thomas : Til een steen op en je ziet God, splijt een blok hout en God is daar.
Ik weet niet hoe U de tijd beleeft in dit coronatijdperk van lockdown en avondklok ?
Voor mij lijkt de tijd enerzijds sneller te gaan, anderzijds heb ik meer ruimte en gelegenheid om langer bij de dingen stil te staan of er mee bezig te zijn.

Hierbij herken ik mezelf in twee gedichten van M.Vasalis (1940-1982 ), die geef ik U tenslotte ook mee ter overweging :

 Eb
Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
Iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?

Tijd 
langzamer dan de oudste steen. 
Het was verschrikkelijk: om mij heen 
schoot alles op, schokte of beefde, 
wat stil lijkt. 'k Zag de drang waarmee 
de bomen zich uit de aarde wrongen 
terwijl ze hees en hortend zongen; 
terwijl de jaargetijden vlogen 
verkleurende als regenbogen ..... 
Ik zag de tremor van de zee, 
zijn zwellen en weer haastig slinken, 
zoals een grote keel kan drinken. 
En dag en nacht van korte duur 
vlammen en doven: flakkrend vuur. 
- De wanhoop en welsprekendheid 
Ik droomde, dat ik langzaam leefde .... 
in de gebaren van de dingen, 
die anders star zijn, en hun dringen, 
hun ademloze, wrede strijd .... 
Hoe kón ik dat niet eerder weten, 
niet beter zien in vroeger tijd ? 
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ? 
 
terug